Wat moet je met polarisatie in jouw organisatie?

28 maart 2017

In de Rotterdamse Wijk Feijenoord is twee weken geleden een ‘Erdogan-poster’ verboden door burgemeester Aboutaleb. Het verwijderen van de poster leidde tot kritiek. In 2011 stond op het T-shirt van Quinsy Gario bij de intocht van  Sinterklaas in Dordrecht: ‘Zwarte Piet is Racisme’. Hij werd gearresteerd wegens verstoring van de openbare orde. Het Openbaar Ministerie vond de arrestatie onterecht en de Nationale Ombudsman oordeelde dat de vrijheid van meningsuiting was geschonden en dat bij de arrestatie ‘onevenredig veel geweld’ was gebruikt. Wat zijn polariserende uitspraken en acties in jouw organisatie? En moet je ze de kop indrukken of er juist naar luisteren?

Polarisatie, familie van conflict, is vaak de indirecte hitte die je onder niet uitgesproken conflicten kunt voelen. Het is het vuurtje dat steeds weer opgestookt wordt en conflicten aan de gang houdt. Conflicten zijn overal en vaak lossen ze vanzelf op, maar ze kunnen ook lang voortduren en de voortgang verlammen. In dit artikel leg ik uit hoe je polarisatie-dynamiek kunt herkennen, wat de invloed van polarisatie op conflicten is en wat je kunt doen om de polarisatie te beperken of te voorkomen.

Wat zijn kenmerken van polarisatie en hoe ontstaat het eigenlijk?

Vaak kun je polarisatie in eerste instantie niet waarnemen. De hitte ervan is indirect en wordt pas echt voelbaar als het tot escalatie leidt. Dan zit je plots midden in het conflict. Maar in de onderstroom broeit het, en achteraf kunnen we dat vaak beter zien dan tijdens de uitbarsting. Toch kun je, als je oplet, een aantal zaken waarnemen.

Bart Brandsma schrijft in zijn boek ‘Polarisatie’ dat duidelijke tegenpolen door beide groepen worden benoemd. Vaak hoor je in de taal dat ‘wij’ tegenover ‘zij’ staan. ‘Wij van de nachtdienst’ tegenover ‘zij van de dagdienst’, ‘wij van de Lelie’ tegenover ‘zij van Zonnehuis’, ‘wij van facilitair’ tegenover ‘zij van administratie’ enzovoort. Dit zijn gedachteconstructies, het zit in de hoofden van mensen. De tegenovergestelde polen, uitspraken en gebeurtenissen worden geladen met betekenissen. In de ruzie met Turkije bijvoorbeeld werd door de Turkse minister van Buitenlandse zaken gezegd dat Koenders niet zou willen dat hij kwam, omdat Wilders hier garen bij zou spinnen. Koenders beweert dat dit nooit gezegd is. De partijen claimen de waarheid en zijn overtuigd van hun eigen gelijk.

Sandra Bouckaert Deep Democracy: conflict ontrafelen 5 3

 

Polarisatie moet gevoed worden anders dooft de dynamiek. Bart Brandsma stelt dat er ‘pushers’ zijn binnen de eigen groep, die zorgen voor brandstof. Wilders zorgt geregeld voor brandstof door uitspraken als ‘kopvoddentax’ en ‘Asscherturken’. Beide groepen claimen niet alleen de waarheid, ze vinden zichzelf vaak superieur. En ontlenen een bepaalde identiteit aan dat ‘zich beter voelen’. In een partnership voelt de ene organisatie zich meer expert dan de andere. Redelijkheid en logica nemen af in de uitspraken van beide kanten en de werkelijkheid wordt geframed; in het slotdebat tussen Wilders en Segers sprak Wilders over de profeet Johannes als een pedofiel en moordenaar. Stopt de polarisatie niet dan is de kans groot dat er een incident plaatsvindt waardoor het sluimerende conflict escaleert. Het moment dat minister Kaya besluit naar Nederland te komen met de auto vanuit Duitsland is daar een mooi voorbeeld van.

Vuurtje opstoken

Vervolgens kan het zijn dat de polarisatie ‘onderhouden’ wordt, zoals Bart Brandsma beschrijft. In mijn ervaring met lastige conflicten zie je dan ook vaak op een gegeven moment een communicatie-stop: partijen praten niet meer met elkaar, er wordt veel geroddeld en de verhalen worden ‘gevoed’. Denk aan Wilders die niet naar de debatten wil komen. Een geëscaleerd conflict waarbij de polarisatie voortduurt kan jaren duren. In organisaties heb ik een aantal keren meegemaakt dat het ‘wij’-/‘zij-denken’ met alle daarbij horende framing al 30 jaar aan de gang was. Blijkbaar is er dan winst te halen uit het in stand houden van de situatie.

Conflictmoe

In het model van Brandsma kan het ook voorkomen dat na een periode van conflict en polarisatie de partijen tot de conclusie komen dat zij liever tijd stoppen in trachten een overeenkomst te bereiken. Dan wordt er toenadering gezocht in plaats van door te gaan met een zinloos, tijd-, energie- en geld-verslindend conflict. Dit is de periode dat een mediator van betekenis kan zijn.

Bart Brandsma, en ook Myrna Lewis (Deep Democracy) wijzen erop dat het in de bemiddelingsfase erg belangrijk is dat er een erkenningsfase plaatsvindt. Of, zoals Mandela gedaan heeft in de post apartheidsperiode met de waarheidscommissies: de reconsiliationfase. Hierin wordt erkenning gegeven voor veroorzaakte schade of pijn en verantwoordelijkheid genomen voor het eigen aandeel. Veel groepen die hun conflicten bijleggen slaan deze fase over en gaan te snel naar de verzoeningsfase. De kans is groot dat de onderhuidse polarisatie niet opgelost is en in de toekomst weer opflakkert. En voordat je het weet zit je weer in een conflict.

Wat kun je doen?

Het leidt te ver om alle fases van conflictbemiddeling door te lopen. Een algemene tip is om te kijken of je mensen nog met elkaar in gesprek kunt brengen in de periode die voorafgaat aan polarisatie. Dus voordat denkbeelden zich vastzetten en mensen zich identificeren met een bepaalde identiteit. Zodra je merkt dat

  • je over bepaalde onderwerpen herhaaldelijk niet meer tot een besluit kunt komen,
  • mensen de waarheid claimen,
  • discussies hot zijn en hoog oplopen,
  • er regelmatig in cirkeltjes wordt gepraat

zitten de standpunten al vast en heb je kans op polarisatie. Dat betekent dat je sensitief moet zijn op verschillen die kunnen leiden tot conflict, maar ook op botsende behoeftes en belangen. Zodra je deze waarneemt is het van belang het gesprek hierover te openen. Op deze manier krijg je mogelijke geschillen zo veel mogelijk preventief boven tafel en kan je ze bespreekbaar maken. Bovendien leer je mensen op deze manier om met conflicten om te gaan. Wat waardevol is, omdat daar waar samengewerkt wordt ook conflicten zijn. Altijd.

Geen dialoog meer als gespreksvorm bij een conflict

Kom je eenmaal in de polarisatiedynamiek dan helpen gewone gesprekken vaak al niet meer en worden ze als zinloos of misplaatst ervaren door de deelnemers. Er is dan immers ruzie en escalatie, de communicatie is slecht of gestopt. Deelnemers hebben dan niet de behoefte om op een logische manier te praten en een oplossing te zoeken voor een probleem. Ze willen praten over wat hen gekwetst heeft en wat ze de ander verwijten, voordat ze weer naar oplossingen kunnen zoeken. En er is eerst weer bereidheid nodig om te praten. Soms is het nodig om een tijdje boos te blijven of in conflict te zijn. Wil men weer praten dan kun je een mediator inschakelen. Wat dan nodig is, is op een ander niveau gaan werken: wat zijn de verwijten, de kwetsingen, de gedeelde belangen, behoeftes en wat, tot slot, is het gemeenschappelijke thema waar oplossingen voor gezocht moeten worden. Specifieke tools zoals ‘Het niet gevoerde Gesprek’ en metaskills zijn hier nodig om het conflict op een zinvolle manier te kunnen begeleiden.