Zondebok in je team?

21 juni 2016

Sandra Bouckaert Deep Democracy: Waarom weerstand in je team waardevol is 2Jaren geleden werkte ik zelf in een team en had ik een collega, Paulien, die altijd op alles eerst ‘nee’ zei. Ze werd als ‘lastig’ gezien en ze werd eigenlijk nooit gehoord. Ik voelde een mengeling van ergernis en bewondering voor haar. Ergernis omdat ik ongeduldig van haar werd en bewondering omdat ze toch steeds ‘nee’ durfde te zeggen als ze het ergens niet mee eens was. Wie kent dit niet? De collega die steeds ‘zeurt’, breedsprakig is, overal negatief op reageert of te vaak en te veel klaagt. Gedrag dat ons op de zenuwen werkt. De reacties op een collega met dit gedrag zijn over het algemeen hetzelfde: irritatie, boosheid, afkeurende non verbale reacties zoals zuchten, wegkijken of zelfs totaal negeren. Zondebokmechanisme ligt dan op de loer.

Zondebokmechanisme

Het mechanisme van de zondebok is van alle tijden en in alle culturen terug te vinden. Denk bijvoorbeeld aan heksenvervolging in de middeleeuwen, of vandaag de dag een uitermate slim kind dat wordt uitgesloten op school of bepaalde bevolkingsgroepen die de ‘schuld’ krijgen van de toenemende criminaliteit in de samenleving. Wat gebeurt er precies op het moment dat we iemand of een bevolkingsgroep uitsluiten?

 

De zondebok laat meestal een kant zien waar we zelf niet mee geassocieerd willen worden of waar we geen contact mee hebben. Het gaat vaak om gedrag dat de groep niet accepteert. Iemand uitsluiten doen we om verschillende redenen: op het moment dat we iemand uitsluiten hoeven we zelf geen zondebok meer te zijn. We zenden immers uit dat we ons distantiëren van dit (niet acceptabele) gedrag. Dan hoeven we ons ook niet meer af te vragen of we misschien iets herkennen in onszelf van de zondebok. En bovendien worden we een eenheid als groep, er ontstaat een sfeer van gemeenschappelijkheid en dat ervaren we als veilig en comfortabel.

Sandra Bouckaert Deep Democracy: artikel polarisatie zondebok

Iedereen is verbonden met de zondebok

Vanuit de proces oriented psychology van Arnold Mindell, psychotherapeut en fysicus is de gedachte dat de eigenschap van de zondebok exclusief aan de zondebok toebehoort een illusie. Volgens hem zijn wij wezens met onbegrensde mogelijkheden en hebben wij toegang tot veel meer gedragingen, ideeën, emoties, visies, standpunten enz. dan wij denken. Deze mogelijkheden zitten meestal in ons onbewuste en daarom zien wij alleen een klein deeltje van wie we zijn. Bovendien is zijn gedachte dat de groep gezamenlijk een collectief bewuste heeft en een collectief onbewuste. We zijn dus één met de groep, we zijn met elkaar verbonden. Ubuntu noemen ze dit in Zuid Afrika. Of zoals de filosoof René Girard beweert: “de mens is geen individu, hij is altijd betrokken op en geobsedeerd door de ander, hij is daarom een ‘interdividu’. De waarheid omtrent mijzelf is dat mijn denkbeelden, gedragingen en verlangens niet authentiek zijn, maar kopieën van anderen”.(Trouw, Mechanisme van zondebok voorkomt de totale oorlog door Yoram Stein − 07/02/06).

Je zou dus kunnen zeggen dat wij, omdat we niet zo willen zijn als de zondebok, onze eigen ‘vervelende’ eigenschap – waar we ons overigens niet van bewust zijn-, op de zondebok projecteren. We ‘plakken’ als het ware het ‘nare’ gedrag op de ander. Daardoor zal de zondebok nog meer van hetzelfde laten zien: hij krijgt immers alle projecties van de groep op zich geladen en gaat zich ernaar gedragen: denk aan het drukke jongetje in de klas dat alsmaar drukker wordt omdat hij alle drukte van iedereen in de klas belichaamt.

Dit mechanisme sluit niet alleen mensen uit, hetgeen soms tot traumatische gevolgen voor het individu kan leiden, maar de groep mist ook de wijsheid of het potentieel dat achter het ‘lastige’ gedrag schuil gaat. En hier kom ik weer terug op het voorbeeld waarmee ik begon: Paulien, die zo vaak ‘nee’ riep, en de boel ‘ophield’ bleek bij nader inzien goede ideeën te hebben. Zo kwam het onderwerp verslaglegging op een zeker moment weer ter sprake zoals zo vaak en, zoals altijd, bleek dat niemand de gemaakte afspraken hieromtrent nakwam. Ook nu kwam Paulien weer met dezelfde tegenwerpingen en iedereen ergerde zich wéér. Ik realiseerde me op dat moment dat er meer mensen gelijkaardige gedachten moesten hebben maar dat niemand iets zei. En ik was het eigenlijk wel gedeeltelijk met haar eens maar ik zei ook niets. Ik besloot op dat moment mijn stilzwijgen te doorbreken en zei dat ik me voor een deel wel kon vinden in hetgeen ze zei. Er werd voorzichtig instemmend geknikt. Toen ik expliciet vroeg of er mensen waren die er net zo over dachten, gingen meer collega’s zich uitspreken. Toen kwam Paulien met een briljant idee voor een format voor onze verslagen, dat ons veel tijd zou besparen. We besloten volgens het format te gaan werken. Het onderwerp was van de agenda en is nooit meer terug gekomen.